Katinka is heel bang voor spinnen. Wanneer ze een spin ziet, zet ze het op een gillen, breekt het zweet haar uit en wordt ze wat licht in het hoofd. Ze rent de kamer uit en vraagt haar broer om ‘dat vieze beest’ op te ruimen. Maar nu was ze op school en niemand weet van haar spinnenangst. Totdat er opeens in de hoek van het lokaal een spin naar beneden kwam zakken. Ze gilt en rent de klas uit. Met bonkend hart staat ze op de gang. De rest van de klas blijft wat verbaasd achter en vraagt zich af wat er aan de hand is. “Oh, is ze zo bang voor dat spinnetje?” Een aantal beginnen haar uit te lachen. “Stel je niet zo aan, het beest is maar zo klein en doet niks,” zeggen ze tegen haar. “Jij bent toch veel groter. Maak je niet zo druk. Je slaat hem toch zo dood. Laat hem toch lekker zitten.”
Katinka WEET wel dat een spin niks doet, maar het VOELT heel eng. En niemand begrijpt dat in haar klas. Er is totaal onbegrip voor haar angst en dat maakt het allemaal nog wat erger.
Ze schaamt zich dood en het maakt haar onzeker.
Dit onbegrip hoor ik vaak terug bij mijn klanten. Anderen zeggen vaak: “Stel je niet aan” of “je hoeft niet bang te zijn.” Maar dat helpt allemaal niet. Dat dat niet HOEFT weten de mensen met angst zelf ook wel, maar het VOELT echt als levensbedreigend en dat maakt dat het iedere keer ook wat erger lijkt te worden.
Erkennen dat de angst er is door te zeggen: “Wat rot dat je er zo’n angst bij ervaart” is in ieder geval meer helpend.
Angst heeft juist een beschermende factor en is zeer helpend. Alleen bij sommige mensen is deze angst wat scherp afgesteld en beperkt het in het dagelijks leven.
Er is dus NIKS MIS MET JOU. En je hoeft er niet ‘mee te leren leven’, want je kunt je angstfactor wat minder scherp afstellen. Dat is goed te leren. Gelukkig maar.